Verleden van de Vaartse Rijn
Historisch, geografisch en economisch gezien is de Vaartse Rijn, die loopt vanaf het Ledig Erf in Utrecht tot de rivier de Lek in Vreeswijk, één geheel. De Vaartse Rijn is gegraven als handelsweg en sinds de twaalfde eeuw was ze een economische hoofdader van de stad Utrecht. Door het transport en de overslag van goederen ontwikkelden zich sinds de middeleeuwen allerlei vormen van bedrijvigheid en wonen langs de Vaartse Rijn. De stadjes Vreeswijk en Jutphaas hebben zich later op de knooppunten met andere waterwegen ontwikkeld.
Van de vele industriële bedrijvigheid resteren boven- en ondergronds nog steeds allerlei sporen uit diverse periodes. Sinds de middeleeuwen hebben zich pannen- en steenfabrieken op de oevers gevestigd. In de zeventiende eeuw kwamen daar houtmolens en hout- en timmerbedrijven bij. Vooral in de zeventiende eeuw zijn er ook diverse grote buitenplaatsen langs de Vaartse Rijn gebouwd. En niet te vergeten de scheepswerfjes en hellingen die zich overal op de oevers vestigden. Deze diversiteit en functiemenging zijn (nog) goed zichtbaar.

Heden
Anno 2006 is de Vaartse Rijn een vergeten waterlijn, ingehaald door het Merwedekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal en door landverbindingen die veel beter tegemoet kwamen aan latere industriële ontwikkelingen. Toch zijn veel restanten van de industriële bedrijvigheid op de oevers (nog) zichtbaar. Ook tekent zich een tendens af van nieuwe initiatieven met interesse in het water en de waterverbinding. Zo is er vanuit de gemeenten de wens om nieuwe recreatieve routes langs de Vaartse Rijn te ontwikkelen; is er een groeiende behoefte aan alternatieve vormen van transport en er zijn locatiespecifieke ontwikkelingen: Rotsoord en de ‘industriekathedraal’ Neerlandia maken menig ontwikkelaar enthousiast.

Toekomst
Erfgoed draagt bij aan ruimtelijke ontwikkeling. Verleden, heden en toekomst zijn in het Vaartse Rijngebied nauw met elkaar verbonden. Actie is geboden opdat de laatste historische fragmenten niet verdwijnen en het bijzondere van het gebied helemaal niet meer wordt opgemerkt. Voor het vervoer geldt hetzelfde.Vanaf de middeleeuwen overheerste het uiterst pragmatische motief van economisch voordeel van ontsluiting via het water.

Een dergelijke pragmatiek is tegenwoordig bijzonder belangrijk om projecten met een zekere omvang te realiseren. Het Erfgoedhuis Utrecht en architectuurcentrum Aorta hebben elkaar gevonden in de gedeelde overtuiging dat de kansen en de mogelijkheden die de gesignaleerde nieuwe ontwikkelingen bieden, beter benut worden door ze vanaf het begin te koppelen aan de specifieke cultuurhistorische betekenis van de Vaartse Rijn.

In ruimtelijk en architectonisch opzicht is het van het grootste belang dat de uniciteit van de hele waterlijn startpunt is voor een pragmatische en creatieve verwerking van de historische gelaagdheid en diversiteit van functies langs de Vaartse Rijn. Zodat deze vernieuwde regionale lijn de identiteit van Utrecht en Nieuwegein verrijkt.

Vaart in de Vaartse Rijn is een gezamenlijk project van Erfgoedhuis Utrecht en Architectuurcentrum Aorta.