Fase I
Dit is de onderzoeksfase, waarin zowel een cultuurhistorische studie als een vervoerstudie worden uitgevoerd. Deze fase wordt voorafgegaan door een bijeenkomst van de organisatoren met de cultuurhistorici, de vervoersdeskundigen en de masters van de beide ateliers om helder te krijgen welke informatie en gegevens de studies moeten aanleveren. Fase I wordt afgesloten met een waterdag, waarop tijdens een boottocht beide voorstudies worden gepresenteerd aan alle deelnemers. Voor het gezelschap is dit tegelijkertijd de excursie naar het plangebied.

Fase II
De uitkomsten van beide studies fungeren als onderlegger voor Fase II, de ontwerpfase, waarin twee ontwerpteams naast elkaar werken. De ontwerpopgave onderscheidt zich omdat het hele waterlint centraal staat: de teams maken een visie voor de ontwikkeling van de gehele Vaartse Rijn. In de opgave wordt daarnaast ‘ingezoomd’ op twee specifieke plekken langs het water, daar krijgt de opgave een lokaal karakter. Het is een innovatieve ontwerpopgave, omdat het onderzoek naar vormen van watergebruik gecombineerd wordt met landgebonden activiteiten. Hier zal het accent liggen op recreatieve en economische aspecten om nieuwe toeristische, culturele en economische impulsen te ontwikkelen. Omdat op de locaties diverse vormen van erfgoed zijn, is het bovendien een opgave die onherroepelijk met velerlei vormen van erfgoed te maken heeft: met beheer, herbestemming of verwijzing naar erfgoed.

Tenslotte is het een evident ruimtelijke opgave omdat een unieke bovenlokale landschappelijke structuur direct verknoopt is aan een verscheidenheid aan architectonische vormgeving die zich op het water moet richten. De invloed van het veranderd watergebruik op het gebruik en inrichting van de wateroevers wordt expliciet meegenomen in de ontwerpopgave.

De ontwerpfase wordt afgesloten met een openbare eindpresentatie en debat.
De twee ontwerpteams hebben een multidisciplinair karakter. Deze mix van deskundigheden zal in het voortraject worden begeleid en gestuurd. De teams krijgen dezelfde opdracht en beconcurreren elkaar om de uitgesproken ambitie van de organisatoren zo goed mogelijk uit te werken. Hun uiteindelijke doel is om innovatieve en initiërende vormen van hergebruik van de waterlijn te verbeelden en deze overtuigend te presenteren.

Het ene team werkt daarnaast een locatie in Utrecht-Zuid uit, het andere een locatie in het dorp Jutphaas (gemeente Nieuwegein). Deze locaties zijn redelijk vergelijkbaar qua actuele ontwikkelingsproblematiek.

Omdat er ruimtelijke en innovatieve ontwerpvoorstellen nodig zijn om de Vaartse Rijn onder de aandacht te brengen, is de inzet van architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten nodig. Als aanvulling hierop is het van belang om te ontwerpen aan het type vervoer en de vormgeving van de opeenvolging van aanlegplaatsen. De manier waarop een dergelijke vergeten route teruggebracht kan worden in het collectieve geheugen van het publiek zal, geïntegreerd met de andere disciplines, moeten worden uitgedacht door branding- en of marketingexperts. Deskundige inbreng vanuit de specialismen vervoer, economie, recreatiesociologie, toerisme, cultuur, woningbouw, projectontwikkeling, havendiensten, recreatie- en binnenvaart, stedenbouw, monumenten en cultuurhistorie completeren de teams.

De organisatie zal voor de voortgang- en kwaliteitsbewaking worden bijgestaan door een gezelschap van visiting critics.
Dit zijn: dr. Peter Nijhof - RACM Zeist, dr. Tim Schwanen - Universiteit Utrecht, prof.dr. Oetzge Atzema - Universiteit Utrecht, prof.dr. Marieke Kuipers - Universiteit Maastricht en RACM Zeist.
Dit gezelschap verschilt gedurende de voorbereiding, het atelier en de eindpresentatie in grootte en samenstelling.
Voor de voorbereiding op de ontwerpateliers wordt aan de masters gevraagd een (ruimtelijk) manifest op te stellen waarin doelstelling en werkplan ter beoordeling worden voorgelegd aan de visiting critics.
Tijdens het ontwerpatelier fungeren de visiting critics als individuele gesprekspartners en klankbordgroep voor ieder team.
Bij het debat en de eindpresentatie komen de visiting critics als panel bijeen om de deelnemers te bevragen en de uitkomsten te analyseren. Het publiek kan hieraan deelnemen. Ook vakgenoten, bestuurders van de betrokken bestuurlijke instanties en de plaatselijke, provinciale en landelijke media worden uitgenodigd. De mailingbestanden van Erfgoedhuis en Aorta omvatten zo’n 5000 adressen. Van het debat wordt een verslag gemaakt. Samen met de eindresultaten van de ateliers wordt dit op de websites van de organisatoren gezet en op cd-rom. GM2, het Erfgoedblad van Utrecht, zal de resultaten publiceren. De eindresultaten worden in ieder geval verspreid via cd-rom, websites en perspublicaties.

Het Project heeft plaatsgevonden tussen juni en november 2006